Bijvoeglijk naamwoorden

 

 

Het bijvoeglijk naamwoord richt zich in geslacht, dus mannelijk / vrouwelijk of onzijdig, naar het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.

Dubbele bepaling
In het Zweeds is er alleen iets speciaals aan de hand met de bepaalde vormen, want die krijgen een zogenaamde dubbele bepaling zodra er een bijvoeglijk naamwoord aan het bepaalde zelfstandig naamwoord toegevoegd wordt. We hebben gezien dat je lidwoord (de en het) achter het zelfstandig naamwoord plakt als je de bloem of de bloemen (bepaald enkelvoud of meervoud) wilt maken, dus blomman en blommarna.

Als daar een bijvoeglijk naamwoord bij komt, dan komt het lidwoord er niet alleen achter (–en, en –et), maar óók voor te staan: den voor het mannelijk / vrouwelijk, det voor het onzijdig en de voor alle bepaalde meervoudsvormen. De onbepaalde vorm enkelvoud mannelijk en vrouwelijk is de basisvorm van het woord ‘groot' / ‘stor'. Dit kun je zien als een soort stam die je verder kunt aanpassen als je het bijvoeglijk naamwoord bepaald of meervoud moet maken.

Het valt op dat in het bepaald enkelvoud en in het onbepaald en bepaald meervoud het basiswoord stor altijd een –a erachter krijgt.

De uitzondering is het onbepaald enkelvoud waar het mannelijk / vrouwelijk de basisvorm stor krijgt en waar het onbepaald onzijdig er een –t achter krijgt.

Schematisch ziet het er als volgt uit:

Enkelvoud Meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
een grote... de grote... grote... de grote...
m/v en stor banan

en stor jordgubbe

en stor druva
den stora bananen

den stora jordgubben

den stora druvan
stora bananer

stora jordgubbar

stora druvor
de stora bananerna

de stora jordgubbarna

de stora druvorna
o ett stort äpple

ett stort päron

ett stort bär
det stora äpplet

det stora päronet

det stora bäret
stora äpplen

stora päron (!!!)

stora bär (!!!)
de stora äpplena

de stora päronen

de stora bären

Uitzonderingen

Een aantal bijvoeglijk naamwoorden krijgen helemaal géén verbuiging

Bijvoeglijk naamwoorden die op –s, -e of -a eindigen krijgen geen verbuiging, bijv. en bra dag, ett bra år, bra veckor, de bra åren.

Naast bra, geldt het bijvoorbeeld ook voor stilla / stil, gyllene / gouden, udda / oneven en äkta / echt, gratis / gratis.

Als een bijvoeglijk naamwoord op een onbeklemtoonde –en, -er, -al of –el eindigt dan verdwijnt de –a of –e die direct achter de medeklinker staat in het bepaald enkelvoud en de meervouden. Het bijvoeglijk naamwoord dikt dus in.

Als het bijvoeglijk naamwoord op een beklemtoonde klinker eindigt, is de uitgang in het onzijdig onbepaald enkelvoud –tt, bijv. ny – nytt, blå – blått, grå - grått.

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord uit zichzelf al op een –t vooraf gegaan door een medeklinker dan komt er géén –t bij voor het onzijdig onbepaalde enkelvoud, dus ett kort svar en niet et kortt svar. Als het bijvoeglijk naamwoord op een –t slechts één lettergreep heeft en vooraf gegaan wordt door een klinker, dan krijgt het in het onbepaald onzijdig –tt, dus een extra –t achter het eigenlijke woord, bijvoorbeeld ett vitt skåp.

Als een bijvoeglijk naamwoord op -nn eindigt, zoals bijv. tunn, dan vervalt er eentje van in het onzijdig onbepaald enkelvoud, dus ett tunt skärp en niet ett tunnt skärp.

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een –d vooraf gegaan door een medeklinker dan verandert die –d in het onbepaald onzijdig enkelvoud in een –t, bijv. het woordje hård wat dan ett hårt liv wordt. Wordt de –d vooraf gegaan door een beklemtoonde klinker, dan verandert de –d in het onbepaald onzijdig enkelvoud in een –tt, bijv. röd wat dan ett rött bord wordt.

Kijk maar in het schema.

Enkelvoud Meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
gammal en gammal bil
ett gammalt skepp
den gamla bilen
det gamla skeppet
gamla bilar
gamla skepp
de gamla bilarna
de gamla skeppen
enkel en enkel väg
ett enkelt test
den enkla vägen
det enkla testet
enkla vägar
enkla test
de enkla vägarna
de enkla testen
mogen en mogen banan
ett moget äpple
dden mogna bananen
det mogna äpplet
mogna bananer
mogna äpplen
de mogna bananerna
de mogna äpplena
enkel en enkel väg
ett enkelt test
den enkla vägen
det enkla testet
enkla vägar
enkla test
de enkla vägarna
de enkla testen
vacker en vacker kvinna
ett vackert djur
den vackra kvinnan
det vackra djuret
vackra kvinnor
vackra djur
de vackra kvinnorna
de vackra djuren
grå en grå dag
ett grått ansikte
den gråa dagen
det gråa ansiktet
gråa dagar
gråa ansikten
dde gråa dagarna
de gråa ansiktena
mild en mild höst
ett milt klimat
den milda hösten
det milda klimatet
milda höstar
milda klimat
de milda höstarna
de milda klimaten
svart en svart katt
ett svart test
den svarta katten
det svarta fåret
svarta katter
svarta får
de svarta katterna
de svarta fåren
spröd en spröd metall
ett sprött skelett
den spröda metallen
det spröda skelettet
spröda metaller
spröda skelett
de spröda metallerna
de spröda skeletten

Daarnaast worden bijvoeglijk naamwoorden die op een onbeklemtoonde –e eindigen en waar je eerder [uh] dan [eh] of [ee] hoort, helemaal niet verbogen, bijv. sovande, läsande, truande.



Het naamwoordelijk deel van het gezegde

Het bijvoeglijk naamwoord als naamwoordelijk deel van het gezegde richt zich naar het onderwerp van de zin en krijgt dan de onbepaalde vorm enkelvoud of meervoud.

Geel zegt bijvoorbeeld iets over de bloem (onderwerp). Wat is de bloem? Geel. De bloem is mannelijk / vrouwelijk en daarom moet je de onbepaald mannelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord ‘geel’ gebruiken (zie eerste kolom van het eerste schema). Voor het meervoud neem je de onbepaalde meervoudsvorm (zie derde kolom).

De bloem is geel = blomman är gul
De krant is mooi = tidningen är gul
Het raam is mooi = fönstret är gult
De bloemen zijn mooi = blommorna är gula



Liten

Het bijvoeglijk naamwoord klein wordt in het Zweeds apart vervoegd:

Enkelvoud Meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
een kleine... de kleine... kleine... de kleine...
m/v en liten banan
en liten jordgubbe
en liten druva
den lilla bananen
den lilla jordgubben
den lilla druvan
små bananer
små jordgubbar
små druvor
de små bananerna
de små jordgubbarna
de små druvorna
o ett litet äpple
ett litet päron
ett litet bär
det lilla äpplet
det lilla päronet
det lilla bäret
små äpplen
små päron (!!!!)
små bär (!!!!)
de små äpplena
de små päronen
de små bären

Het onbepaald enkelvoud heeft aparte verbuigingen, liten voor mannelijk / vrouwelijk en litet voor het onzijdig enkelvoud.

In het bepaald enkelvoud zijn alle vormen voor mannelijk / vrouwelijk en onzijdig gelijk: lilla.

Zowel het onbepaald als het bepaald meervoud zijn voor mannelijk / vrouwelijk en onzijdig meervoud hetzelfde: små.



annan / annat / andra

Dit betekent vooral andere. Annan gebruik je voor mannelijke / vrouwelijke woorden, annat voor onzijdige woorden en andra voor meervoud.

Onbepaald Bepaald
m/v en annan väg
en annan vecka
een andere weg
een andere week
den andra vägen
den andra veckan
de andere weg
de andere week
o ett annat val een andere keus det andra valet de andere keus
meervoud andra hus andere huizen de andra husen de andere huizen

Verder kun je andre gebruiken voor tweede.
Bijvoorbeeld: den andra juli, Kung Willem den andra.

Maar als iets figuurlijk/abstract bedoeld wordt dan kies je voor annen, bijv.:
på den annan side en als iets letterlijk/concreet bedoeld wordt dan kies je andre, bijv.: på den andre siden (av gaten).



Hele, halve, vorige

Bij hela (hele), halva (halve) en förra (vorige) krijg je geen dubbele bepaling bij bepaald enkelvoud. Het zelfstandig naamwoord waar hele, halve of vorige bijhoort, krijgt alleen een bepaling erachter.

Goed: hela dagen / de hele dag
Goed: halva dagen / de halve dag
Fout: den hela dagen
Fout: den halva dagen

Goed: hela veckan / de hele week
Goed: halva veckan / de halve week
Fout: den hela veckan
Fout: den halva veckan

Goed: förra månaden / de hele week
Fout: den förra månaden

Mocht er ook nog een bijvoeglijk naamwoord na deze woorden komen, dan krijgt dat de bepaalde vorm, bijv.:

Förra svåra vintern / de vorige moeilijke winter



Nästa, samma, följande

Bij woorden als volgende, dezelfde krijgt het zelfstandig naamwoord helemaal geen bepaling. Mocht er een bijvoeglijk naamwoord staan na nästa, samma en följande, dan staat het bijvoeglijk naamwoord wél in de bepaalde vorm.

nästa vecka (volgende week)
nästa stora fest (het volgende grote feest)

samma vecka (dezelfde week)
samma dumma fel (dezelfde domme fout)

följande vecka (de week erop)
följande fina resultat (de volgende mooie resultaten)



All / allt / alla

enkelvoud meervoud
m/v all alla
o allt alla

all = alle / al het
alla = alle (meervoud) of iedereen
allt = alles

Volgt er na een vorm van all een zelfstandig naamwoord, dan staat dit in de onbepaalde vorm.

Als onderwerp van de zin: Alla var glada / Iedereen was blij.
Als lijdend voorwerp van de zin: Det var allt / Dat was alles.

All mat var god. / Al het eten was lekker.
Allt bröd var gott. / Al het brood was lekker.
Allt vi säger är sant. / Alles wat we zeggen is waar.
Alla grannar kom på besök. / Alle buren kwamen op bezoek.

Alla sina kläder / hela sin lön
In combinatie met alle, alt, all en hele komt het bezittelijk voornaamwoord voorop te staan.
* allt sitt hjärta
* all sin mat
* hele sin lön.

Dat is ook zo in vaste uitdrukkingen, zoals: i all sin dag, i hela sitt liv.



Något / någon / några / inget / ingen / inga

något /någonting = iets of een beetje
någon = iemand sommige(n) of een paar
någonstans = ergens
några = sommige(n) of een paar
inte något / inget = niets
inte någon = niemand
inte någonstans = nergens
ingen / inget / inga = niemand, geen
ingenstans = nergens
ingenting = niets

Vil du ha något gott? / Wil je iets lekkers?
Är det någon här? / Is er hier iemand?
Jag lånar några böcker? / Ik leen een paar boeken?
Några människor säger att ... / Sommige mensen zeggen dat ...
Det har inte något att betyda. / Dat heeft niets te betekenen.
Inte någon vet hur man gör det. / Niemand weet hoe je dat doet.
Ingen ville gå hem. / Niemand wilde naar huis.
Jag vet ingenting om det här. / Hier weet ik niets van.



Vergrotende en overtreffende trap

De vergrotende trap, bijvoorbeeld rijker, mooier, warmer, vorm je door achter het bijvoeglijk naamwoord –are te plakken.

De overtreffende trap, bijvoorbeeld rijkst, mooist, warmst, krijgt achter het bijvoeglijk naamwoord –ast.

vergrotende trap overtreffende trap
rijk rijker de/het rijkste
rik rikare den/det/de rikaste
fin finare den/det/de finaste
varm varmare den/det/de varmaste

Maar er zijn er ook een aantal die anders verbogen worden.
Bijvoeglijk naamwoorden die op –isk eindigen en bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden die eindigen op –ad, -d, -t, -ande, of -ende, bijvoorbeeld intresserad , krijgen de toevoeging mer en mest:


vergrotende trap overtreffende trap
fantastisk
praktisk
typisk
mer fantastisk
mer praktisk
mer typisk
mest fantastisk
mest praktisk
mest typisk
känd mer känd dmest känd
läst mer läst mest läst
intresserad mer intresserad mest intresserad
fascinerande mer fascinerande mest fascinerande
beroende mer beroende mest beroende


Dan is er nog een groep die afwijkend verbogen wordt:



vergrotende trap overtreffende trap
gammal äldre äldst oud
ung yngre yngst jong
hög högre högst lang, hoog
gärna hellre helst graag
bra bättre bäst goed
tung tyngre tyngst zwaar
illa värre värst vies, erg
dålig sämre sämst slecht
stor större störst groot
liten mindre minst klein
lång längre längst lang (bijv.nw)
låg lägre lägst laag
färre färst weinig (telbaar)
lite mindre minst weinig (ontelbaar)
många fler / flera flest veel (telbaar)
mycket mer / mera mest veel (ontelbaar)


Han är större än henne. / Hij is groter dan zij.
Hon är mindre än honom. / Zij is kleiner dan hij.
Det är flera människor här. / Er zijn meer mensen hier.
Det är färre människor här. / Er zijn minder mensen hier.
Vi äter mindre socker. /We eten minder suiker.



Lång / långt / länge

Lenger of lengre?

Het kan lastig zijn om te bepalen of je lang als bijwoord of bijvoeglijk naamwoord moet gebruiken.
Länge is een bijwoord van tijd(sduur) en slaat op een werkwoord, bijv.: Vi måste jobba länge. / We moesten lang werken.
Lång is lang als bijvoeglijk naamwoord, bijv.: Vi var på en lång skidtur.
Het bijwoord långt betekent ver, dus qua afstand.

Hieronder staan de vormen van lång en långt/länge in de vergrotende en overtreffende trap (lang, langer, langst).

Bijvoeglijk naamwoord: lång, längre, längst
Bijwoord: långt/länge, längre, längst